Mijn leven is redelijk onbewogen geweest. Niet dat er géén tegenslagen waren. Niet dat ik nooit klaagde. Ik kén teleurstelling, verdriet, frustratie, ongeduld, boosheid, neerslachtigheid, hopeloosheid, gelatenheid. Ze zijn allemaal al eens langs geweest. En ze beschouwen zichzelf blijkbaar zelfs als vrienden, want ze komen regelmatig eens terug. Maar dan plots en onverwachts wordt alles kollosaal onderuit gehaald. Het leven toont haar broosheid en ik verdrink nét niet in machteloosheid. Vergeet nu maar plannen en willen, het is nu zaak van te kijken wat er komt en te ontdekken welke mogelijkheden er zijn. Kleine dingen leiden ineens tot schokkende, stotterende en snotterende momenten. Wie is deze man? Dat ben ik dus blijkbaar. Even geen boeken meer voor mij nu. En bij het eerste moment van rust blijft het ook opvallend stil in de bovenkamer. Alleen de galmende echo van drie woorden, veertien letters en één leesteken. Wat is waardevol? Mijn vrouw. Mijn kinderen. Mijn gezin. Mijn familie. Ik. Jij. Wij. Leven.
Eens!