Vandaag besta ik 2113 weken, dag op dag. Ik heb het niet nageteld, je hebt computers om dat soort zaken uit te rekenen. Het getal zegt mij niks bijzonders, alhoewel er wel een webpagina over bestaat, wat het op zich net wel weer bijzonder maakt, of gewoon maf. De week zelf is naar al mijn maatstaven wel uitzonderlijk gebleken, en hoewel het nauwelijks vermelding verdient, moest ik mij deze week noodgedwongen met echt praktische zaken bezig houden in het huishouden. Ik ben niet echt een praktisch persoon, laat mij daarover filosoferen, maar vooral niet uitvoeren. Week 2113 had dat toch enigszins anders voorzien voor mij. De kinderen vertrokken bijvoorbeeld beiden op kamp dit weekend, met de scouts. Dat zijn dus twee grote rugzakken, met allerlei attributen erin en eraan. Normaal gezien doet mijn vrouw al het nodige. Tot deze week had ik niet eens een precies beeld van wat er daar allemaal bij komt kijken en ik verdenk mijn vrouw er zelfs van dat ze mij bewust op afstand houdt tijdens dat uitgekiend ritueel. Nu goed, ik kan mijn plan trekken, dacht ik, maar de twijfel sloeg toch zwaar toe. Ik kan ze niet tellen, het aantal keren dat ik de vraag kreeg voorgeschoteld, ‘gaat dat wel lukken met die rugzakken?’. Mijn schoonbroers vroegen dat niet, mijn pa ook niet. Het waren uitsluitend een aantal vrouwelijke leden uit de familiale clans rondom mij. De eerste keer dacht ik nog dat het één of andere spitsvondige vrouwelijke truc was van omgekeerde psychologie. Zo van, daag hem een beetje uit, dan doet hij het misschien zélf wel. ‘De wonderen zijn de wereld nog niet uit’, gniffel, gniffel. De volgende keer dat de vraag kwam, dacht ik, half grappend, dat ze het onderling hadden afgesproken om mij telkens die vraag te stellen. Na de derde keer was ik daar zelfs heilig van overtuigd. Maar de vraag bleef systematisch terug komen, en telkens zo spontaan en verontrust, dat ik mijn idee erover moest bijstellen: het gaat hier over een diepgeworteld wantrouwen van het vrouwelijke geslacht voor het praktisch vermogen van het mannelijke geslacht. Ik trok mij niets aan van die vooroordelen en uiteindelijk lag alles mooi klaar, het grootste deel had ik de kinderen wel zelf uit de kasten laten halen. Toen kwam het moment dat ik samen met hun de paklijst afliep en alles in de rugzakken ging doen. Mijn planning had daar een ruime 30 minuten voor overgelaten. Maar het vastmaken van de slaapzakken en matrassen, en het daarvoor noodzakelijk gebruik van verdoken ritssluitingen en lintjes is blijkbaar toch een vaardigheid die ik niet heb ontwikkeld. In mijn eigen arsenaal van praktische vaardigheden heb ik dan gewoon de kinderen opgedragen om hun ‘ware scouts aard te tonen’ en hun rugzakken zelf klaar te maken. Makkie. Laat het daarmee bewezen zijn dat wij mannen über-praktisch zijn en vrouwen gewoon seksistisch.