Ik sukkelde jaren met klachten van vermoeidheid. ‘s Ochtends kon enkel een lange warme douche en sterke koffie wat leven opwekken in mijn futloos lijf. Tegen de middag kwam ondanks de cafeïne toch de klop, mijn ogen draaiden weg, mijn hoofd was ijl en ik duizelde. ’s Avonds lag ik al snel uitgeteld voor televisie, en kroop ik dan maar vroeg in mijn bed. Allerlei medische redenen voor die vermoeidheid waren al lang geleden uitgesloten. Zelfs een nacht in een slaapkliniek, gekoppeld aan tientallen sensoren, kon geen medische onregelmatigheden naar boven brengen. De huisdokter hield het dan uiteindelijk maar op stress, en zei me dat vermoeidheid volstrekt normaal was gezien mijn leeftijd en de gebruikelijke drukte die hoort bij de combinatie van werk en gezin.
Als een nukkig kind legde ik mij daar dan maar bij neer. Totdat de vraag zich aan mij openbaarde: “ben je niet gewoon moe uit verveling?”. Wat een opmerkelijke vraag. Niet het soort vraag dat zich laat afwimpelen met een simpele spitsvondigheid. Neen, dit was het soort vraag waarbij je plots naar buiten zat te staren, volstrekt onbewust van alles om je heen en verzwolgen door je eigen gepeins.
En tijdens dat overpeinzen kwam mijn jongere ik al snel voor de geest, boordevol vitaliteit en ambitie. Zijn dagen en nachten gingen voorbij in een roes (1), bedwelmd door de belofte om zijn wereld te vormen naar zijn eigen beeld, druk doende in belangrijke projecten. Gaandeweg kwam er steeds minder afwisseling en werd het ook allemaal wat minder spannend. De oude dromen bleven wel, alhoewel ze steeds minder haalbaar leken. Sommige dagen waren, als ik eerlijk durfde te zijn tegen mezelf, echt wel suf en saai: het was allemaal al eens gezegd of gedaan en ook o zo voorspelbaar. Wat restte er mij nog om te proberen daar iets aan te veranderen? Niets!
“Leven in een roes is eigenlijk erger dan enkel maar het leven te ontkennen, het is haar eigenlijk volledig misprijzen.”
Ik was machteloos om echt impact te hebben, om de realiteit naar mijn hand te zetten, om écht mijn eigen stukje wereld te veroveren. Maar hoe saai is dat niet? En hoe betekenisloos maakt dat jezelf wel niet!
Blijkbaar was ik niet moe, maar verveelde ik me! Ziedaar de eenvoudige verklaring voor mijn aanslepende vermoeidheid: ze was niet veel meer dan de uitgestelde aanvaarding van een ander wereldbeeld en zelfbeeld, waarin mijn eigen identiteit plots een minieme en verwaarloosbare plaats innam. Maar als ik mijn wereld niet naar mijn hand kon zetten, waarom en waarvoor zou ik mij dan nog inzetten? Wat wou ik dan nog voor mezelf?
Paradoxaal genoeg zou een echte god, onsterfelijk en oppermachtig, uiteindelijk ook voor dit existentieel dilemma komen te staan: ook hij kan zichzelf niet bevestigen in zijn doen, omdat er niets is dat hij niet kan. Waarom grijpt de eeuwig goede en machtige god al dan niet in? Waarom doet hij wat hij doet? Wat drijft hem? Welk kompas gebruikt hij om zijn bezigheid naar te richten? Hoe vult hij zijn tijd in bij gebrek aan verplichtingen of externe impulsen? Wat betekent genieten voor hem?
Ik heb dezelfde vragen als die god. En net als hem, schep ik nu mijn antwoorden elke dag opnieuw (2) (3) (4).
(1) Het lijkt prettig leven in de roes van de drukte, bouwend aan een betere wereld. Naast dronkenschap en trip, geeft het woordenboek ook euforie aan als betekenisverwante term voor roes. Euforie is een ‘gevoel van zeer groot welbehagen’, en komt uit het Griekse eu pherein, wat oorspronkelijk betekende ‘het welbehagen van een zieke persoon door het gebruiken van geneesmiddelen’ (zie bijvoorbeeld etymonline.com). Het leven is dan ook een ziekte waaraan je langzaam maar zeker sterft. Het klopt dus wel dat voor hen die geen genoegen nemen met deze kosmische onverschilligheid er de roes blijft als afleiding. Maar leven in een roes is eigenlijk erger dan enkel maar het leven te ontkennen, het is haar eigenlijk volledig misprijzen.
(2) We leven immers in ‘the desert of the real‘. Enkel wijzelf geven onze wereld betekenis. We zijn zelf de schepper van onze wereld.
(3) Net trouwens als de de Zweed Sven Engholms in de opmerkelijke video die ik toevoegde, een absolute aanrader voor de volgende zes minuten van je leven. Sven leeft als het ware letterlijk in de woestijn, maar dan een van sneeuw.
(4) En ik vul mij ‘s ochtends nog steeds met sterke koffie, dat gaat niet meer veranderen.
Mooie titel!
Merci Aad!