Een tijdje geleden zag ik plots een wit konijn voorbij huppelen. Ik kon een spontane glimlach niet onderdrukken, hoe kan er nu een konijn rondhuppelen op kantoor? Ik keek op naar mijn collega’s, maar die waren ofwel druk in overleg ofwel diep in gedachten verzonken ofwel met hun computer scherm versmolten, niemand had iets opgemerkt. Ik duwde mijn bureau stoel naar achteren, stond op en volgde de richting die het konijn had gevolgd. Het zat op zijn achterwerk voor de liftkokers, en keek mij recht in de ogen toen ik de hoek omkwam. ‘Ping’. Eén van de liftkokers ging open, maar er was geen lift, ik zag de naakte stalen kabels hangen en voelde de donkere leegte aan mij trekken. Het konijn huppelde met twee sprongetjes richting het open gat, snuffelde aan de rand en sprong toen naar beneden. Zonder na te denken sprong ik erachter. In het begin kriebelde het in mijn buik, en het duurde niet lang voordat ik het konijn tegenkwam. Naar mijn gevoel had ik eigenlijk al bijna onmiddellijk te pletter moeten vallen, maar ik was blijkbaar door een breuk in de tijd-ruimte continuïteit gekropen, want ik bleef maar vallen. Als de wetten van de fysica dan toch niet meer van tel waren, dan kon ik net zo goed een babbeltje aanslaan met het konijn. ‘Zeburdaboe?’ hoorde ik mezelf zeggen, alhoewel ik meende te vragen ‘Hoe heet je?’. ‘Biezabeu’ antwoorde het konijn. Ja, hier ging ik niet veel mee opschieten. De taal in deze donkere tunnel beheerste ik niet, of wel? Ik was een tijdje mezelf aan het pijnigen over de paradox dat ik blijkbaar wel spontaan mijn vraag kon verkondigen in een andere taal, maar de antwoorden daarop niet kon begrijpen. Misschien heette dat beest toch wel Biezabeu en zou ik ook andere antwoorden kunnen begrijpen of vertalen. Ik keek op, maar Biezabeu, als het konijn inderdaad al zo heette, was wég. Het was ondertussen kouder geworden, de lucht werd ijl en ik had honger. Ik verveelde me ook steendood, ik had op mijn smartphone de hele tijd geen ontvangst gehad, maar ik had wel wat spelletjes kunnen spelen, maar de batterij was nu ook helemaal op. Het enige wat mij nu restte was de kille duisternis en leegte. Ik voelde mij volkomen eenzaam en wanhoopte dat dit nooit meer zou stoppen. Maar na een tijdje, hoe lang kan ik echt niet zeggen, voelde ik mij één: ik was hier alles, omringd door het niets. Ik voelde rust over mij heen dalen en viel zachtjes in slaap. Het volgende wat ik voelde was een warme gloed op mijn voorhoofd, zachte flanellen lakens die fris geurden naar lavendel. Ik deed mijn ogen open en zag dat de zon zachtjes binnen drong door de gordijnen en een straaltje licht over mij wierp. Mijn vrouw lag vredig te slapen naast mij. Ik keek op mijn smartphone, het was paaszondag. Tijd om terug op te staan.
bron foto: https://media.giphy.com/media/sD7jPKEfqKMZG/giphy.gif
concept ‘konijn’ uit foto: donnie darko
muziek: mad world, bewerking door Gary Jules