“Wij zullen je leeg uitknijpen en dan zullen wij je vullen met onszelf” (1). Dat is wat Winston te horen krijgt van O’Brien. Winston is de Partij afvallig geweest. De Partij staat onder de onfeilbare leiding van Grote Broer, en O’Brien zorgt er samen met de rest van de dunkpolitie voor dat afvalligen zoals Winston worden her opgevoed. Winston is het hoofdpersonage in de roman 1984 van George Orwell. Tot het punt dat hij zijn misdunk pleegt, ervaart hij een mistroostige en bevreemdende realiteit. Hij is moe, zwak, lusteloos en ondergaat passief de dagelijkse waanzin. Hij werkt voor het Ministerie van Waarheid dat als voornaamste bezigheid heeft om documenten te herschrijven zodat alles wat de Partij zegt ook feitelijk juist is. Juist? Welnu juist op basis van de beschikbare documenten. De Partij heeft sinds mensenheugenis de steeds terug kerende beweging van de klassen strijd weten te stoppen, mede dankzij instituten als het Ministerie van Waarheid. De hele filosofie achter de Partij is beknopt doch cryptisch omschreven door de partijleuzen:
“Oorlog is vrede.
Onwetendheid is kracht.
Vrijheid is slavernij.” (2)
De permanente oorlog tussen de drie wereldmachten, die elk apart autonoom en onoverwinnelijk zijn, leidt tot een interne stabiliteit voor elke wereldmacht (oorlog is vrede). De onwetendheid van de massa leidt tot de kracht van de Partij, die alzo niet omver geworpen kan worden (onwetendheid is kracht). Alleen collectief, in gemeenschap, kan de mens overleven. En door te leven in perfecte overgave aan de leer van de Partij, wordt de perfect volgzame een onderdeel van die Partij, en zo zelf onsterfelijk en vrij van de ergste der nederlagen, de dood (vrijheid is slavernij). In deze sombere wereld is het individu dood, het is nooit alleen, het denkt nooit voor zichzelf en het heeft geen enkel ander lief. Diegenen die nog wel een sprankje individualiteit hebben, zullen dat op één of andere manier uiteindelijk wel prijs geven in een onbewaakt moment, in een blik, een zucht, een grimas, in het babbelen tijdens de slaap. En Grote Broer kijkt altijd, zijn camera’s en microfoons zijn overal aanwezig. Winston komt in een trage reflex van jaren volgehouden passief onbewust verzet in opstand: hij moet zijn menselijkheid terug opeisen.
“I want to smash it up,
I want to break it down
I want a wall of tears to wash away” (3)
Winston die zich nog de wereld herinnert van voor Grote Broer, wordt verliefd op Julia, die geboren is in de wereld geschapen door Grote Broer. Maar “het einde lag besloten in het begin” (4), hun poging tot verzet was heroïsch doch futiel, zeker in een totalitair regime.
“In het begin was het Woord,
en het Woord was bij god,
en het Woord was god” (5)
Maar zelfs zonder totalitair regime, is er geen ontsnappen aan de tirannie van het Woord. Zij is de bakermat van de beschaving, cultuur en menselijkheid. Want het is met het Woord dat de mens de mens schiep en hij kan daarom ook niet aan zijn eigen cultuur ontsnappen. De échte waarheid is dat we wanorde proberen wegproppen onder het Woord. De échte waarheid is dat de dood steeds dichtbij is (6). Lang leve dus aan de individualiteit, aan de imperfectie en aan de wanorde. Carpe diem.
(1) 1984, George Orwell, Uitgeverij De Arbeiderspers, tweeëndertigste druk oktober 1982, pagina 215
(2) ibid, pagina 2
(3) Dark & Long, Underworld: tekst, muziek
(4) 1984, George Orwell, Uitgeverij De Arbeiderspers, tweeëndertigste druk oktober 1982, pagina 134
(5) De Bijbel, Het Nieuwe Testament, Het evangelie van Johannes, Willibrord vertaling.
(6) Het toeval wil dat ik de laatste hand legde aan deze tekst net terwijl mijn smartphone werd overspoeld door berichten over de terreur daad op 22/03/2016. Hij is inderdaad steeds dichtbij, de dood.