Bob ging die zondag ochtend zijn zoon Lucas afzetten aan de bus. Lucas vertrok een weekje op zomerkamp en zag dat helemaal zitten. Bob zelf was nog behoorlijk moe. De avond ervoor waren ze op barbecue geweest bij vrienden. Te veel lekker eten en te veel lekkere wijn. ‘Every day I spend my time, drinking wine, feeling fine ….’ zo zong Rod Stewart in ‘In a broken dream’ en er draaide daar een verschrikkelijke rap-versie van op de radio de laatste tijd. Maar het gevoel van voldane moeheid hadden ze er niet uitgekregen, en hij voelde zich nu net zo.
Hij schreef zijn zoon in en overhandigde de koffer aan één van de moni’s. Lucas was op zijn gemak aan het tetteren met zijn beste vriend die mee was gereden in de wagen. Bob kende geen andere ouders daar, dus hij leunde loom tegen een boom, liet zich de schaduw welgekomen en wachtte geduldig af totdat de bus zou komen.
Hij stond daar stilletjes te kijken hoe andere gezinnen toestroomden om hun zoon of dochter in te schrijven, en er was iets dat hem ineens opviel. Al die ontblootte tanden. Het was weerzinwekkend. Het leek wel een surrealistisch ballet van valse gebitten die al klapperend door elkaar rondtolden.
Elke keer hetzelfde patroon: tanden bloot, mondhoeken omhoog en dan met opgewekte stem ‘Oh hallo! Hoe gaat het?!’ of iets in dien aard wanneer een koppel een bevriend koppel begroette. Maar na een minuut of zo stonden ze daar nog altijd met die tanden ontbloot, maar in plaats van te keuvelen stonden ze wat ongemakkelijk rond zich te kijken.
Hoe kan je nu tegelijkertijd zichtbaar op je ongemak zijn en toch blijven glimlachen? Bob besloot tot een klein experiment over te gaan. ‘Hallo, ik ben Bob, aangenaam. Is dit de eerste keer dat jullie meegaan met deze organisatie?’. ‘Oh hallo, ik ben Margriet, de mama van Zoë. Het is haar eerste keer op kamp. Ze was zo zenuwachtig vanochtend. Is het niet, schatje? Maar nu voelt ze zich al veel beter. En haar lievelings teddy beer is mee in haar rugzakje voor op de bus. Dat help altijd’.
En voorwaar, constant die blote-tanden glimlach. Er zat geen énkel element van humor in die paar zinnen. Hij kende Margriet niet tot dan, dus er was ook niet direct een reden voor een warme lach van herkenning. Waarom dan toch?
‘Beste ouders, de bus gaat zo vertrekken, jullie kunnen jullie kapoenen nog een laatste knuffel geven en dan zijn wij op weg naar spannende avonturen!’, riep de hoofdmoni met hoge stem en ook weer die tanden bloot. Hij gaf nog snel een dikke knuffel aan zijn zoon. Lucas stapte op de bus en zette zich aan het raam. Ondanks de eerdere uitgelatenheid stond zijn blik nu toch wat triestig.
Wuiven.
Staren.
En dan is de bus de hoek om en weg.
De mama’s en papa’s rijden met één kind minder de rest van hun zondag tegemoet.
Het verlate plein blijft achter in dieselstank die straks ook weer is vervluchtigd, net zoals de geforceerde opgewektheid dat ook al deed.
En de blote tanden hebben zich teruggetrokken achter de lippen.
bron foto: http://www.express.co.uk/news/nature/558122/Black-macaque-smiles-for-Bob-Hadfield-at-Chester-Zoo