Het is de late namiddag. De zon staat nog aangenaam warm en overspoelt het vers gemaaide grasveld in een gouden gloed. Bob zit op het terras, met een glas koele rosé in zijn hand. Iets verder in de tuin is de poes, Tigra, zot aan het doen. Ze zit in jacht houding roerloos te staren naar een witte vlinder die boven de lavendel wat warrig aan het fladderen is. Nu wel, de vlinder weet waarschijnlijk wel waar hij mee bezig was, maar voor Bob ziet het er allemaal niet zo efficiënt uit, waar moet al dat gefladder toe leiden? De poes maakt plots een sprong in de lucht en graait met haar poot naar de vlinder, maar mist haar, niet echt verrassend. Hij nipt van zijn glas en kijkt naar wat Tigra nu verder gaat doen, nu ze even haar poten aan het wassen is. Er komt een tweede witte vlinder bij en ze kijkt het duet vlinders met vernieuwde interesse aan. Eén van de twee vlinders vliegt verder richting een struik en Tigra volgt de vlinder één sluipende trekbeweging per keer, met haar kop laag bij het gras. De vlinder heeft het heel schouwspel waarschijnlijk niet eens door, en vliegt over de struik heen en dan over de tuinmuur. Tigra’s lichaam komt tot rust, ze zet zich op haar achterwerk en begint nu de rest van haar voorpoten te wassen. Het is zo typisch vindt Bob. Ze is een echte prikkel junkie en bij gebrek aan prikkels volgt er neurotisch handelen, in dit geval poetsen. Veel mensen zijn net zo, ze zien een vlinder en lopen er speels en enthousiast achter aan. Totdat de vlinder gaat waar alleen vlinders komen en ze uit het zicht trekt. En dan volg de vertwijfeling, wat nu? Als er niet snel een nieuwe prikkel komt dan vervalt het speelse in zenuwachtigheid en uiteindelijk in dwangmatigheid om die zenuwen toch maar te verstommen. Een musje fladdert neer op nog geen twee meter van Tigra, ze moet de poes niet gezien hebben, verscholen onder de schaduw van de paasboom. Tigra’s lichaam verstijfd plotsklaps en langzaam doch soepel neemt ze weer haar sluiphouding aan. De mus pikt wat in de grond met haar snavel, als Tigra op haar afstormt. De mus vliegt op, maar ze maakt nog niet genoeg snelheid en Tigra grijpt haar met haar beide klauwen. Vliegensvlug zet ze haar tanden in de nek van de mus, die niet meer beweegt. Daarna begint ze even systematisch het musje op te eten als dat Bob haar haar droge brokjes ziet opeten. Efficiënt. Doelgericht. Proper. Er is nog altijd een vlinder in de tuin, maar Tigra heeft er geen oog meer naar. Bob had zich vergist. Tigra is helemaal niet speels, ze was zich aan het voorbereiden op de jacht.