Het begon bij ‘je wordt het antwoord op je eigen vraag’. Voor dat artikel, was een vaak voorkomende vraag aan mezelf ‘wat is de kwaliteit van je denken’. Na dat artikel begreep ik echter dat ik net zo goed kon vragen ‘wat is de kwaliteit van je voelen’.
En dus begon een queeste binnen een queeste, waarin ik mijn eigen emoties zou deconstrueren. De eerste poging was al een schot in de roos, teleurstelling bleek mijn voelen te overheersen en mijn denken te begrenzen. Ik merkte dat het schrijven een soort van zich zelf leidende ontdekkingstocht werd, waarbij de schittering van de vondsten niet beperkt bleef tot het papier. Het voelen wordt verwoord, wat het bijna tastbaar maakt, en alhoewel het hele proces organisch verloopt, alsof het zich buiten mijn eigen wil om ontplooit op mijn computerscherm, blijkt het toch een finale impact te hebben op dat gevoel. Het staat geschreven, er is geen weg terug.
Een catharsis. Zeker omdat ik die zaken niet onder woorden durfde brengen, in de eerste plaats voor mezelf, en in de tweede plaats voor mijn omgeving. Na het aanpakken van teleurstelling, begon ik met het volgend onbehandeld thema: ‘bullshit’. Toen ik dat uitschreef borrelde spontaan de vraag op of ik dit wel vrijblijvend kon delen met de wereld (de wereld welja, beperkt tot de twee handen vol mensen die dit lezen). Transparantie is een hoofdpijler van klareau.be: de open dialoog zonder veroordeling. Maar vanaf wanneer werkt transparantie in je eigen nadeel?
Die vraag hield me wakker, wat dramatischer klinkt als het is voor een chronisch slechte slaper, en dat is op zich ook niets bijzonder, 1/3 slaapt slecht in Vlaanderen. Maar wat als die terughoudendheid om voluit transparant te zijn, nu nét de oorzaak blijkt te zijn ‘mijner lijden’? Je kan toch niet in stilte niet akkoord zijn? Daarom maak ik een halve moedige sprong, bij uitzondering zal het artikel ‘de cynische dans van narcisme en onverschilligheid’ alleen voor geregistreerde leden beschikbaar zijn, op aanvraag (registreren doe je via de pagina klareau. hoezo?)
Op weg naar mijn trein, was ik mij aan het pijnigen over het al dan niet publiceren van dat artikel, toen mij aan het Sint-Pieters station een foldertje in de handen werd geduwd van ‘Hart boven hard’. Ik had de term al horen voorbij waaien, en ik dacht dat het één of andere campagne was tegen overdreven snelheid. Neen, warempel, het is een hele beweging van 15.000 mensen met website, visual identity, logo en slogan ‘waar winst het wint van waarde, is verlies het resultaat’. De beweging pleit voor maatschappelijke verandering, minder stress, een meer eerlijke verdeling van de welvaart en dan nog wat (er zijn in totaal 10 ‘hartenwensen’). En welke betere manier om dat collectief te beginnen realiseren dan met een Grote Parade? In de hoofstad, zondag 29 maart: eerst 2 kilometer stappen, en daarna wat muziek: ‘er is wéeeeel een alternatief’.
Neen wacht eens. Wat lost samen 2 kilometer wandelen nu op (behalve wat vet verbranden)? Zijn die grootse kreten, het jagen op het spook van de meritocratie, een niet al te algemeen valnet voor de vele individuele en specifieke gevoelens van onbehagen? Wat gevoel verschuilt zich onder dat gevoel van frustratie? Welke persoonlijke acties neem je niet door je te scharen achter een groots collectief protest tegen het ‘systeem’?
Heb jij ook zo een stokpaard? Iemand begint erover en voor dat je het weet heb je al snel 10 minuten vol vuur en milde uitingen van waanzin (opengesperde neusgaten, bliksemende ogen, bezwete oksels) gesproken over hoe die ene coach jouw favoriete voetbalclub de nek heeft omgedraaid. Of over de navelstaarderij en kortzichtigheid van de politiek, ‘ze nemen hun verantwoordelijkheid niet, die zakkenvullers!’. Of over hoe weinig begrip de maatschappij opbrengt voor jouw specifieke situatie, ‘dat zou toch niet mogen!’. Als jij zo iets hebt, ik heb dat met absurditeit, dan weet je dat je dezelfde reeks preken regelmatig bovenhaalt, met wisselende instemming van de vaak snel verveelde toehoorders. Einstein definieerde waanzin als steeds hetzelfde proberen en toch een ander resultaat verwachten. En volgens die definitie zijn wij, stokpaardrijders, waanzinnig (ons paard is waarschijnlijk ook gewoon dood): om ons te verlossen van een gevoel van onbehagen, herhalen we keer op keer ons zelfde verhaal, zonder dat dit gevoel verdwijnt. Daarom vraag ik je: wat is de kwaliteit van jouw voelen? En als je dat een domme vraag vindt, dan ga je toch gewoon meewandelen met hart boven hard? En neem je stokpaard mee, het is tenslotte een parade.